Luzon is het eiland waar je ook de hoofdstad Manilla vindt, maar het heeft veel meer te bieden. Bij de Filipijnen denken de meeste mensen aan bounty eilanden, met hagelwitte stranden en palmbomen. Die heb je er genoeg, maar Luzon laat je het andere gezicht van de Filipijnen zien. Met prachtige rijstterrassen, een interessante stammen cultuur en machtige bergen.
Hoe reis je rond in Luzon?
Via Manilla kun je de verschillende bestemmingen goed per bus bereiken. Wel zijn sommige busritten best lang. Het beste kun je dan een nachtbus nemen, zodat je hopelijk een paar uur kunt slapen. Hou er rekening mee dat het koud kan zijn in de bus. Ze zijn dol op airco en je hebt af en toe echt flink wat lagen nodig om het warm te krijgen.
Voor de kleinere afstanden reis je rond met de bus, de jeepneys en de tricycle.
Ontdek Luzon en zie een andere kant van de Filipijnen
Als je in de Filipijnen rond gaat reizen moet je keuzes maken. Er zijn zoveel mooie eilanden, maar helaas kun je niet alles zien. En natuurlijk wil je ook niet te gehaast reizen. Mocht je geen tijd hebben om een week lang in Luzon rond te reizen, dan kun je er ook voor kiezen om vanaf Manilla alleen Batad te bezoeken. Je ziet dan misschien wel de mooiste rijstterrassen van Azië. Dit zou je in drie dagen kunnen doen. Hou er wel rekening mee dat de nachtbus 11 uur duurt. Maar zo zie je wel weer een compleet andere kant van de Filipijnen!
In de onderstaande reisroute zie je welke plaatsen ik bezocht heb ik in Luzon. Je kunt zelf kijken welke plaatsen je aanspreken en een planning maken als je weet hoeveel tijd je hebt.
Sagada – 2 dagen
De snelste manier om in Sagada te komen is via Baguio. De bus vanaf Manilla naar Baguio doet er 6 uur over. Baguio is een plaatsje waar ik alleen maar een paar uur heb geslapen, nadat mijn nachtbus er vroeg aan kwam. Vervolgens nam ik in de ochtend de bus naar Sagada, die er 7 uur over doet. Sagada is een bergplaatsje waar een gezellige backpackers sfeer hangt. Het is er wat koeler dan in de rest van de Filipijnen en het heeft een prachtige omgeving! Enkele hoogtepunten zijn de mooie grotten, de wandelingen door de groene omgeving en de hangende doodskisten tegen de bergen aan. Ja, dat lees je goed! De locals geloven namelijk dat hoe hoger je doodskist hangt, des te dichter je al bij God bent. Als het gaat om eten moet je zeker niet vergeten om lekkere verse yoghurt te eten bij yoghurt house. Ook de andere maaltijden zijn hier de moeite waard.
Bontoc – 1 dag
Het stadje Bontoc heb ik gebruikt als tussenstop. Elke ochtend vertrekken er elk uur jeepneys vanaf Sagada die er 1 uur over doen naar Bontoc. Bontoc is de eerste plek ooit waar ik hond op het menu zag staan. Lokale gerechten wil ik altijd wel proberen, maar hondjes… Nee, daar knuffel ik liever mee.In de omgeving kun je rondlopen, maar eigenlijk kun je dat in de andere plaatsen die ik bezocht heb ik Luzon mooier. Wel schijnen de Maligcong rijst terrassen heel mooi te zijn. En daar kan je vanaf Bontoc makkelijk heen. Helaas liep ik in Bontoc met mijn voet tegen een stuk ijzer op en zat verder lopen er voor mij even niet in die dag. Wat Bontoc voor mij de moeite van het bezoeken waard maakte, is het museum. Je leert er van alles over de gebruiken en rituelen van de stammen die in het gebied leven.
Tinglayan – 3 dagen
Als je houdt van ‘off the beaten track’ reizen moet je zeker naar Tinglayan gaan! Vanaf Bontoc ben je er zo met de Jeepney of de bus. De bus vanaf Manilla naar Bontoc doet er 11 uur over. Er zijn twee simpele hotels en dat is ook waar je eet. De regio waar Tinglayan in ligt, is prachtig! Tot 60 jaar geleden was dit het gebied van de koppensnellers. Toen ik er was, was er nog één koppensneller over, die op dat moment aan het jagen was in de bossen. Tegenwoordig doet hij dat gelukkig alleen op dieren. De oudere vrouwen in de dorpen zitten onder de tatoeages. Alleen de mooiste meisjes uit het dorp kregen ze vroeger!
Ik ben op pad gegaan met een lokale gids, Francis. Hij nam mij mee naar verschillende dorpjes en we liepen door de mooiste rijstterrassen. Ik sliep op de houten vloer in een lokaal dorpje en heb nog nooit zoveel rijst gegeten in mijn leven. De mensen waren heel nieuwsgierig en mijn Westerse neus (hey miss Long Nose) en blonde haren zorgde voor veel bekijks. Wat leuk is, is dat je vaak goed met de mensen kunt communiceren. Aangezien ze vaak zelfs in de kleine dorpjes een klein beetje Engels spreken.
Benaue / Batad – 2 dagen
Een andere plek waar je zeker naar toe moet gaan. Hier vind je misschien wel de mooiste rijstterrassen van heel Azië. Vanaf Manilla kun je de nachtbus (11 uur) naar Banaue nemen. Je kunt daar prima overnachten, maar nog leuker is het om in Batad zelf te slapen. Wat je het beste kan doen is je spullen achterlaten bij Halfway Guesthouse in Banaue, voor nog geen euro. Omdat de wandeling naar je slaapplaats in Batad best pittig kan zijn, is het zeker aan te raden om alleen dat mee te nemen wat je echt nodig hebt.
Vanaf Banaue kun je een Jeepney nemen naar Batad en boven op het dak zitten! Heel tof om een keer te doen. Met de tricycle kan je ook tussen de twee plaatsen reizen. Ik kwam vanaf Tinglayan en deed er vier uur over met de Jeepney naar Banaue.
In Batad is het leuk om een paar viewpoints te bezoeken. Zelf heb ik dat gedaan met een lokale gids, die mij in een tricycle rond reedt. Daarnaast zijn er mooie hikes te maken. Met als hoogtepunt de hike naar de Tappiya waterval! Om daar te komen loop je in ongeveer zes uur naar beneden en weer naar boven door de rijstterrassen. Als je beneden in Batad overnacht, ben je er al wat dichterbij. En wat een uitzicht heb je dan! De beste tijd om Batad te bezoeken is in de maanden maart, april en mei. De rijstterrassen zijn dan op zijn mooist. Maar ook in de andere maanden is het prachtig om te zien, zoals je op mijn foto kunt zien.
San Juan – 2 dagen
Vanaf Banaui nam ik de nachtbus en kwam ik na 9 uur weer in een compleet andere wereld terecht. Het surfers plaatsje San Juan. Waar een lokale surfer me voor een paar euro surfles heeft gegeven. Ik zou hier niet zo snel naar toegaan als losstaande bestemming, maar als extra stop was het leuk. Het is er niet zo toeristisch en de mensen waren er weer heel lief. Mocht je weer terug willen naar Manilla dan is het vanaf hier zo’n 7 uur met de bus.
Donsol – 2 dagen
In het oosten van Luzon, op zo’n 10 uur bussen van Manilla, ligt het slaperige vissersplaatsje Donsol. Tussen december en mei kun je hier met een beetje geluk met walvishaaien snorkelen. Ik heb er in totaal 6 gezien! De walvishaaien worden hier niet gevoerd in tegenstelling tot de walvishaaien in Oslob. Toch is het helaas in Donsol ook wel redelijk druk met toeristen en bootjes. Maar als je het vergelijkt met Oslob, dan valt het hier wel mee. Maar wat een ervaring om deze grote vriendelijke reuzen onder water te zien! Er schijnen trouwens ook manta’s te zitten die je met duiken kunt zien. Helaas had ik daar dan weer wat minder geluk mee.
Je ziet er ook de meest perfecte vulkaan ter wereld, de Mayon vulkaan. Vanwege zijn perfecte vulkanen vorm wordt hij zo genoemd. Maar misschien heeft het er ook wel mee te maken dat hij nog om de tien jaar een keer uitbarst.
Vuurvliegjes hebben me altijd wel een soort van gefascineerd. En laat dat nu net één van de excursie mogelijkheden zijn in Donsol. Een mooi boottochtje terwijl je geniet van honderden lichtjes in de bomen. Een mooie afsluiting van je dag!
Ik zou trouwens alleen maar naar Donsol toe gaan als je echt graag met walvishaaien wilt snorkelen. Want het is best een lange busreis. De beste plek om walvishaaien te zien zonder al te veel toeristen is trouwens Padre Burgos op het eiland Zuid-Leyte. Met een 50/50 kans is het niet zeker dat je ze gaat zien, want het blijven natuurlijk wilde dieren. Je kan hier naartoe vliegen of een ferry pakken vanuit Cebu.
Als je benieuwd bent naar welke eilanden en plaatsen nog meer leuk zijn om te bezoeken, dan moet je zeker eens een kijkje nemen in het artikel met de perfecte reisroute voor de Filipijnen!
Meer lezen over de Filipijnen?
Lees dan ook:
Geef je reactie