Zuid-Afrika is een prachtig en gevarieerd land. Het leuke is dat je het land prima met een (huur) auto kunt ontdekken. Veel mensen reizen in 3 tot 4 weken van Johannesburg naar Kaapstad, of andersom. Met het rijden van deze route, kiezen de meeste mensen ervoor om te vliegen tussen Durban en Port Elizabeth. Het is een stuk van maar liefst 910 kilometer lang en de echt hoogtepunten ontbreken op deze route. Aangezien ik samen met mijn Zuid-Afrikaanse vriend dit stuk wel heb gereden, wil ik je in dit artikel de beste tips geven voor de route van Durban naar Port Elizabeth.
Vliegen of rijden?
Als je op reis bent in Zuid-Afrika met een huurauto en je hebt 3 tot 4 weken de tijd, dan zou ik je adviseren om van Durban naar Port Elizabeth te vliegen. Maar als je liever over land reist, langer de tijd hebt of met de backpackers bus (de Baz bus) reist, dan zal je dit stuk al rijdend afleggen. Lees dan snel verder voor de beste stops onderweg.
Hoe zien de wegen eruit?
Je rijdt dit stuk op de N2. Dit is een snelweg en de weg is goed onderhouden. Wel moet je goed uitkijken op deze weg. Er staan namelijk geen hekken tussen de weilanden en de snelweg. Dat betekent dat je af en toe dieren op of vlak bij de weg kan treffen. Koeien, paarden en ander vee. Ook wordt er veel gelift en gelopen langs de wegen. Overdag is dit allemaal geen probleem, maar ik zou afraden om deze weg in het donker te rijden (overigens geldt dit voor heel Zuid-Afrika).
Als je over de N2 rijdt tussen Durban en Port Elizabeth kom je door een gebied waar de tijd heeft stilgestaan en de mensen nog zoals ‘vroeger’ leven. De meeste mensen die er leven behoren tot het Xhosa volk. Het Xhosa volk spreekt de medeklinkers ‘c’, ‘q’ en ‘x’ uit door middel van het maken van een klik.
Het landschap waar je door heen rijdt is heel landelijk. Met glooiende groene weilanden met grazend vee. De huizen die je er ziet, zijn de zogenaamde rondavels. Wat ronde, traditionele huizen zijn. Als je Durban uitrijdt, zie je al snel de machtige toppen van de Drakensbergen aan je rechterkant. Je komt er niet dichtbij, maar ook van een afstandje ziet het er prachtig uit.
Overigens hebben wij deze route afgelegd in een Kever uit het jaar 1974. In totaal hebben wij er deze reis zo’n 5000 kilometers mee gereden. En dat zonder ook maar één probleem. Ontzettend grappig trouwens, hoeveel aandacht wij kregen van alle locals. Zo kregen we zelfs het telefoonnummer van een politieagent omdat hij de Kever graag wilde kopen.
Duiken in Umkomaas of Shelly Beach
Beide plaatsen zijn niet zo ver rijden vanaf Durban. Naar Umkomaas is het een half uurtje en naar Shelly Beach is het bijna 1,5 uur rijden. Het zijn kustplaatsjes, die verder niet heel interessant zijn. Maar prima om een nachtje te verblijven en wat over het strand te lopen. Maar vanaf beide plaatsen kan je duiken.
Vanaf Umkomaas duik je op Aliwal Shoal, een bekend rif in Zuid-Afrika. Het rif is wel anders dan dat je gewent bent in bijvoorbeeld Azië of Egypte. Er is namelijk geen koraal, maar wel begroeide rotsen. Aliwal Shoal staat bekend om zijn haaien. Het ligt aan het seizoen, maar je kan er ragged tooth sharks, tijgerhaaien en zelfs dolfijnen zien. Mijn ouders zijn er een week geweest om te duiken. Uiteindelijk hebben ze maar drie duiken kunnen maken vanwege het weer. Ze hadden toen slecht zicht, maar ze hebben wel veel haaien gezien.
Al ver van tevoren begon ik mij te verdiepen in de verschillen tussen de beide duikplekken. Wat kon ik zien in de tijd van het jaar? En wat werd er allemaal gespot op dat moment? Het duikcentrum waar ik uiteindelijk mee dook in Shelly Beach, Aqua Planet, houdt een duiklog bij en beschrijft elke duik die ze maken. Ze zagen hamerhaaien, oceanic blacktips en stierhaaien. Naar aanleiding van dat blog koos ik ervoor om naar Shelly Beach te gaan, voor 1 duik. Want duiken in Zuid-Afrika is niet goedkoop. Zo betaalde ik € 63,- voor 1 duik.
Duiken in Shelly Beach is een hele belevenis. Met een grote rib ga je vanaf het strand door de branding de zee op. Iedereen moet helpen en zich goed vasthouden als er een golf aankomt. Het duikcentrum was prima en een aanrader. Helaas hadden wij qua duik wel pech. Eigenlijk hebben we vooral blauw gezien en geen haaien.
Coffee Bay
Coffee Bay is een bekende surfspot in Zuid-Afrika. Een goede plek dus om heen te gaan als je kan surfen, maar ook een plek waar je makkelijk een lesje kan boeken. Coffee Bay ligt aan de zogenaamde ‘Wild Coast’ en het is er prachtig. Ruige kliffen en mooie ongerepte stranden. Verwacht hier overigens geen mooie witte stranden en helderblauw water. Maar juist dat wilde wat deze kust inderdaad heeft, maakt het een toffe bestemming. Het wordt door vele het mooiste kustplaatsje van Zuid-Afrika genoemd.
Behalve surfen, is het ook leuk om te gaan paardrijden. Ik had zelf nog niet zo vaak paard gereden, maar het is een leuke plek om het te doen. Ook hiken naar de hole in the wall is tof. Je loopt in ongeveer 3 uur naar ‘het gat in de rots’. Je komt langs de prachtige kust, langs kleurrijke dorpjes en zwaaiende kinderen.
De weg ernaar toe is niet de beste weg, maar wel geasfalteerd. Rijdt er gewoon rustig en dan kan je de gaten die in deze weg zitten makkelijk ontwijken.
Als je in een backpackers wilt verblijven (eigen kamer, gedeelde badkamer) is Coffee Shack Adventure Backpackers de beste optie. Het is er schoon, de locatie is perfect en er hangt een fijne sfeer.
Mocht je op zoek zijn naar iets meer luxe en het beste uitzicht, dan moet je zeker bij Salty Waves overnachten. De eigenaren zijn super vriendelijk en koken de heerlijkste maaltijden voor je.
Morgan Bay
Wij planden nog een extra stop in, in Morgan Bay, maar in principe hoef je hier niet te stoppen. Morgan Bay is opnieuw een klein plaatsje, die toen wij er waren vol zat met Zuid-Afrikaanse vakantiegangers. Je hebt er een riviermonding die eindigt in de zee, waar je lekker in kan zwemmen. Verder hebben wij hier genoten van de ruige kust en verbleven wij bij In the Green backpackers, prachtig gelegen in een bos. Maar persoonlijk zou ik ervoor kiezen om in Coffee Bay te verblijven.
Hogsback
In Hogsback vierden wij oud en nieuw. Terwijl de Corona crisis in volle gang was, leek dat in dit magische plaatsje even ver weg. Ook omdat we er gingen kamperen en afstand houden dan natuurlijk heel makkelijk is.
Vanaf Coffee Bay is het 221 km naar het mooie Hogsback. Het grappige is, dat Hogsback een compleet ander klimaat heeft dan de rest van de plekken waar ik ben geweest in Zuid-Afrika. Zo ligt er in de winter vaak sneeuw. Toen ik er was, kwam ik van de hitte van Coffee Bay terecht in het mistige, natte en koude Hogsback. Hogsback is een hippie en kunstenaars dorp. Ook de schrijfster JRR Tolkien is geboren in dit kleine plaatsje. De omgeving heeft ook echt wel wat weg van de wereld die geschetst wordt in de Lord of the Rings. Zeker met de mist die wij de eerste twee dagen hadden.
Behalve genieten van de relaxte sfeer, kan je er ook lekker actief zijn. Er zijn mooie hikes te maken, je kan lopen door één van de grootste labyrinten ter wereld, op zoek gaan naar watervallen en een bad nemen terwijl je geniet van een prachtig uitzicht. Hogsback is overigens ook het start- en eindpunt van wat ze zeggen de zwaarste hike in Zuid-Afrika: de Amatola Trail (6 dagen, 100km).
We kampeerden bij de backpackers lodge van Away with the Ferries. Een relaxte plek met misschien wel het mooiste bad van Zuid-Afrika. Je kan het bad ook voor een half uurtje reserveren als je geen bezoeker bent van deze lodge.
The Edge Mountain Retreat is een prachtig accommodatie om te verblijven. Je vindt er het labyrint en het mooie uitzichtpunt ’the edge’. Vanaf € 49,- heb je een tweepersoonskamer.
Vanaf Hogsback kan je doorrijden naar het Addo National park (312 km) of een andere stop op de Garden Route.
Meer lezen over Zuid-Afrika?
Lees dan ook:
[…] Tips voor de route van Durban naar Port Elizabeth […]